Kruimelpad
- Home
- Leercentra
- Informatievaardigheden
Informatievaardigheden
Ga de strijd aan tegen fake news en vind betrouwbare informatiebronnen met onze handige tips & tricks
Informatiebronnen zijn in grote lijnen terug te brengen tot 3 soorten: populaire informatiebronnen, vakliteratuur en wetenschappelijke literatuur.
- Populaire bronnen vind je vaak via Google en zijn gemaakt om leuk en entertainend te zijn. Het zijn kranten, populaire tijdschriften (bv. Humo, Knack, Eos) en sociale media zoals Facebook, Twitter of blogs. Ze kunnen nuttig zijn voor je bronnenonderzoek, maar besef dat ze weinig wetenschappelijke waarde hebben en dat de inhoud vaak sterk gekleurd is. Je gebruikt deze bronnen best zo weinig mogelijk wanneer je een paper of bachelorproef schrijft.
- Vakliteratuur wordt uitgegeven door vakorganisaties om hun kennis te delen met vakgenoten.
- Wetenschappelijke literatuur heeft tot doel te informeren en nieuwe kennis aan te reiken. Wetenschappelijke literatuur is vaak peer-reviewed (kritisch nagelezen door collega’s uit hetzelfde vakgebied) en geschreven voor een selectief publiek.
Zowel vakliteratuur als wetenschappelijke bronnen zijn geschikt wanneer je wil werken aan een paper of bachelorproef.
Bronnen kunnen ook op een andere manier worden ingedeeld, zo onderscheiden we primaire en secundaire bronnen.
- Primaire bronnen zijn origineel, maw ze zijn gemaaktof geschreven door mensen die rechtstreeks betrokken waren (bijvoorbeeld een ooggetuige, dagboek,…).
- Secundaire bronnen interpreteren, analyseren of verklaren primaire bronnen, maw zij zijn gemaakt door mensen die niet rechtstreeks betrokken waren (bijvoorbeeld een biografie, review,…)
Wanneer je een zoekopdracht krijgt, begin je best met het formuleren van wat er van je verwacht wordt of wat het (praktijk)probleem is. Het is belangrijk je probleemstelling goed af te bakenen: welk probleem moet opgelost worden? Formuleer ook je onderzoeksdoel: wat wil je bereiken, welk eindresultaat heb je voor ogen? Hoe specifieker je het onderwerp van je werkstuk aflijnt, hoe gemakkelijker het zal zijn om gericht op zoek te gaan naar relevante literatuur.Formuleer je onderzoeksvraag bij voorkeur SMART:
- Specifiek: wat ga je precies doen?
- Meetbaar: wanneer is je doel bereikt (in termen van kwantiteit, kwaliteit of omvang)?
- Acceptabel: er is een draagvlak voor je onderzoek?
- Realistisch: is je onderzoekhaak haalbaar en uitvoerbaar?
- Tijdsgebonden: wanneer moet je doel bereikt zijn (in termen van tijd)?
Een onderzoeksvraag is na afbakening vaak nog te groot om eenvoudig te kunnen beantwoorden. Je kan je onderzoeksvraag dan opsplitsen in deelvragen. Door je deelvragen te beantwoorden, beantwoord je de uiteindelijke onderzoeksvraag. Deelvragen brengen structuur aan in je werkstuk en en maken de verschillende stappen in je onderzoeksproces duidelijk.
Via de FAQ Limo op deze website en het Media Go Platform op Toledo leer je om gericht te zoeken naar relevante informatie via de bibliotheekcatalogus Limo.
Er is niets mis met het zoeken naar informatie op internet, mits je een kritische blik houdt. Zo is het goed te weten dat iedereen informatie kan plaatsen op Wikipedia en dat Google alles bij houdt over je zoekacties, waardoor de meeste relevante zoekresultaten vaak niet bovenaan komen te staan.
Enkele tips wanneer je zoekt in Google:
- Gebruik de extra zoekhulpmidden die Google aanbiedt (via Tools kan je bijvoorbeels zoeken op taal of publicatiedatum)
- Specifieer je bestandstype via Google
- Gebruik de truncatietekens asteriks en de dubbele aanhalingstekens
- Via Instellingen kan je kiezen voor Geavanceerd zoeken. Hier krijg je nog meer opties.
- Gebruik ook Google scholar! Hierin staan enkel wetenschappelijke publicaties.Wil je thuis gebruik maken van Google Scholar, dan kan je via de bibliotheeklinks onder ‘Instellingen’ UCLL kiezen, waardoor je bij zoekopdrachten wordt doorgelinkt naar Limo! (link naar filmpje opnemen)
Enkele tips wanneer je zoekt in Wikipedia:
- Vind je geen bronnenlijst onderaan de Wiki-pagina, dan gebruik je deze pagina best niet.
- Beperk je niet tot de Nederlandstalige Wikipedia. Anderstalige Wikipedia’s, zoals de Engelstalige, Franstalige of Duitstalige, zijn meestal veel uitgebreider.
- Wikipedia is handig om snel een onderwerp te verkennen maar niet voor het vinden van wetenschappelijke informatie.
Het hoeft niet gezegd dat het internet een schat aan informatie bevat maar helaas ook een veelvoud aan websites telt met onbetrouwbare informatie.
De betrouwbaarheid van een website kan je makkelijke checken aan de hand van volgende tools:
- De CRA(A)P-test
C=currency= actualiteit
R= reliability =betrouwbaarheid
A= authority= autoriteit van de auteur
(A=accurency= volledigheid)
P= point of view=objectiviteiot
Het is belangrijk dat je informatie (zeker op het internet) niet altijd zomaar voor waar neemt: be aware of fake news! Daarom is het belangrijk om kritisch om te gaan met informatie: kritisch denken komt zowel in je professionale als dagelijkse leven van pas!
Kritisch denken vraagt een open geest en een nieuwsgierige blik.
Probeer steeds feiten van meningen te onderscheiden en op een goede manier met tegenstrijdige informatie om te gaan.
- Meningen zijn subjectief, gebaseerd op emoties en voor interpretatie vatbaar, zij kunnen niet bewezen worden.
- Feiten kunnen bewezen worden.
Het is niet altijd gemakkelijk om feiten en meningenvan elkaar te onderscheiden maar hoe meer bewijzen je vindt, en hoe minder tegenindicaties er zijn,hoe groter de kans dat je te maken hebt met een feit. Doe daarom zoveel mogelijk beroep op experten!
Wanneer je te maken krijgt met tegenstrijdige informatie, check dan de ouderdom en de objectiviteit van je bronnen. Vaak bestaan er ook verschillende meningen over een onderwerp. Wij zijn steeds geneigd op zoek te gaan naar informatie die onze mening bevestigt, zoek dus zeker ook informatie die niet strookt met jouw verwachtingen!
Helaas bestaan er heel wat valkuilen voor het kritisch denken.
Kansen en waarschijnlijkheden worden dikwijls verkeerd ingeschat: je acht de kans op een bepaalde waarschijnlijkheid groter in dan de kans op elk van die gebeurtenissen afzonderlijk.
Verwar ook de begrippen correlatie en causaliteit niet. Correlatie betekent dat twee begrippen een verband hebben; causaliteit betekent dat er een oorzakelijk verband is tussen twee begrippen.
Vaak wordt er in de media ook gegoocheld met cijfers en grafieken. Bekijk cijfers altijd in de juiste context en let op wat er in een grafiek wordt uitgezet.
Let ook op voor verhalen die een eigen leven zijn gaan leiden (bijvoorbeeld het monster van Loch Ness). Zo’n verhaal noemen we een hoax of een broodje aap verhaal.
Drogdredenen tenslotte, komen misschien wel het vaakst voor.
- Cirkelredenering: je herhaalt je eigen standpunt
- Stroman: je valt niet het werkelijke standpunt van de tegenstander aan maar een verdraaide versie ervan
- Op de man spelen: je valt je tegenstander aan in plaats van zijn standpunt
- Omkeren van de bewijslast: je vraagt je tegenstander zich te verdedigen
- Onjuiste analogie
- Overhaaste generalisatie: je veralgemeent een uitspraak die gebaseerd is op een aantal bijzondere gevallen
Om drogredenen te voorkomen, is het belangrijk dat je een goede argumentatie opbouwt. Een argumentatie is een vorm van redeneren waarbij je anderen probeert te overtuigen van jouw standpunt. Een goede argumentatie heeft een logische structuur en de conclusie die geformuleerd wordt is onderbouwd met bewijzen, maw je conclusie steunt op één of meerdere argumenten.
- Bijvoorbeeld: conclusie: op tijd op staan
Argument: de les begint om 8u30
Argumenten kunnen objectief of subjectief zijn. Argumenten worden vaak voorafgegaan door woorden zoals want, omdat, immers,… Een conclusie wordt vaak voorafgegaan door dus of daarom.
Eén bewijs dat een conclusie kan weerleggen, is veel krachtiger dan duizend bewijzen die de conclusie bevestigen!!!
Wanneer we voor het schrijven van een paper of bachelorproef, gebruik maken van bronnen, dan is het heel erg belangrijk dat we op een correcte manier verwijzen naar deze bronnen. Doen we dat niet, dan plegen we plagiaat. De gevolgen hiervan kunnen verregaand zijn en in het ergste geval leiden tot een uitsluiting uit je opleiding! Daarom moet je altijd refereren als je:
- citeert: dit is het letterlijk overnemen van iemands woorden
Als je citeert, moet je de overgenomen tekst tussen aanhalingstekentjes plaatsen als het aantal overgenomen woorden minder dan 40 is. Bij meer dan 40 woorden plaats je een witregel voor en na het citaat en laat je het citaat zelf inspringen in je tekst. Je voegt ook steeds een verwijzing naar je bron toe in de tekst of in een voetnoot en in de literatuurlijst achteraan je werk
- parafraseert: dit betekent een stuk tekst in eigen bewoordingen weergeven zodat het achterliggende idee bewaard blijft
Je voegt ook steeds een verwijzing naar je bron toe in de tekst of in een voetnoot en in de literatuurlijst achteraan je werk
- samenvat: een langer stuk tekst op een beknopte manier in eigen bewoordingen weergeven zodat het achterliggende idee bewaard blijft
Je voegt ook steeds een verwijzing naar je bron toe in de tekst of in een voetnoot en in de literatuurlijst achteraan je werk
- vertaalt: een tekst letterlijk overnemen en vertalen naar je eigen taal.
Bij een vertaling neem je eerst het citaat in de originele taal over en volgt hiervoor de regels voor het citeren. Daarna neem je de letterlijke vertaling van het citaat over. Je voegt een verwijzing naar je bron toe in de tekst of in een voetnoot en in de literatuurlijst achteraan je werk
Wil je algemene feiten opnemen in je werk, dan hoef je geen referentie te voorzien.
Er bestaan verschillende referentiestijlen met elk een eigen regelgeving. De meest gebruikte referentiestijl op onze hogeschool is APA (6de editie). Technische opleidingingen gebruiken ook vaak IEEE.
- Link leggen naar handleiding APA en IEEE
Gelukkig hoef je niet al het werk zelf te doen! Dankzij de tab ‘verwijzingen’ in Microsoft Word gebeurt een deel van het werk stukken eenvoudiger. Ook het pplatform Scribbr(link is external) heeft een handige tool om je te helpen met het refereren volgens APA. En tenslotte kan je ook bronvermeldingen toevoegen via het detailveld van een record in Limo.