Plannen | UCLL

Zet vijf stappen

  1. Stel jezelf de vraag: wie ben ik? Waarom kom ik er niet (altijd) toe om te plannen?
  2. Overtuig jezelf: waarom moet ik plannen?
  3. Denk na: wat moet ik plannen?
  4. Denk na: hoe moet ik plannen?
  5. Ten slotte: plan!

Wie ben ik?

Wie ben jij? Een chaoot, een uitsteller, een piekeraar, een controlefreak of ben je snel afgeleid? In welk van onderstaande citaten herken je jezelf het meest? 

  1. Ik heb altijd goede voornemens, maar ik krijg mezelf niet opgestart tijdens het academiejaar.”
  2. “Ik kan niet lang aan mijn bureau blijven zitten. Ik vind altijd wel een reden om te mogen (moeten) rechtstaan.”
  3. Mijn leven verloopt nogal ongeorganiseerd en ik heb last van uitstelgedrag. Het gros van het werk doe ik in de blok.”
  4. “Als ik me ontspan, denk ik ook vaak aan wat ik eigenlijk allemaal moet doen.”
  5. “Ik zit uren achter mijn bureau, maar ik heb altijd te weinig gedaan, en word dan lastig op mezelf.

Waarom moet ik plannen?

  • Plannen leidt ertoe dat je je beschikbare tijd maximaal benut en dat je tot een doordachte verdeling komt tussen je studietijd en je vrije tijd.
  • Plannen is inzien dat de tijd beperkt is, waardoor je aangezet wordt om snel te beginnen met studeren.
  • Plannen is ook voorkomen dat je in tijdnood raakt en panikeert.
  • Samengevat: plannen  
    • voorkomt uitstelgedrag
    • voorkomt uitputting
    • biedt structuur
    • creëert meer vrije tijd
    • vergroot de kans op succes.

Wat moet ik plannen?

Niet alles moet gepland worden. Hieronder vind je wat hulp om je prioriteiten te kennen.

Prioriteiten stellen is niets anders dan ervoor zorgen dat je bezig bent met de zaken die écht belangrijk zijn. De voormalig generaal en president van de VS, Eisenhower, zei ooit: ‘Dringende zaken zijn zelden belangrijk en belangrijke zaken zijn zelden dringend”. De prioriteitenmatrix van Eisenhower bestaat uit vier kwadranten die ontstaan door twee tegenstellingen tegenover elkaar te zetten:

  • belangrijk vs onbelangrijk
  • urgent vs niet urgent.

Kwadrant (1)  Dingen die belangrijk en dringend zijn, moet je onmiddellijk doen. Bijvoorbeeld: je komt net te weten dat je morgen een taak moet indienen en die taak staat op heel veel punten.

Kwadrant (2) Dingen die niet dringend, maar wel belangrijk zijn, moet je doen, maar niet meteen. Bijvoorbeeld: leerstof van je vakken bijhouden om een goed examen te kunnen afleggen. Dat is niet dringend, maar wel belangrijk. Ook je af en toe ontspannen is een noodzaak. Soms komen taken die belangrijk en minder urgent zijn niet aan bod, tot ze toch nog urgent worden. Je hebt ze te lang uitgesteld. Hoe meer je plant, hoe minder activiteiten terechtkomen in het eerste kwadrant en hoe minder stress je hebt.

Kwadrant (3)  Dingen die niet belangrijk zijn, maar wel dringend. Soms moet je 'neen' zeggen zodat je jouw werk kan afmaken. Bijvoorbeeld: onderbrekingen door telefoon, mail, onverwacht bezoek of problemen van iemand anders. Je wordt gestoord in je eigenlijke werk door zaken die eigenlijk niet jouw probleem zijn. 

Kwadrant (4)  Dingen die niet dringend en ook niet belangrijk zijn. Het gaat hier om echte tijdvreters die niet bijdragen aan de realisatie van je eigen doelstellingen, die niet bijdragen tot het behalen van je diploma. Bijvoorbeeld: te veel ontspanning, surfen op het internet, overmatig checken van je e-mail of te vaak met je vrienden rondhangen. Vaak zijn het ontzettend leuke dingen. Als je echter de hele dag met taken in dit kwadrant bezig bent, komt je tot weinig zinnigs.

Hoeveel moet ik plannen?

In principe zou je 40 uren per week met je studies moeten bezig zijn vanaf de eerste week van het academiejaar. In deze 40 uren zit de tijd die je nodig hebt om:

  • lessen te volgen
  • opdrachten te maken en leerstof te verwerken.

Je doel is om voor de start van een examenperiode al je OPO’s te hebben doorgenomen, zodat je tijdens de examenperiode enkel moet herhalen en memoriseren.

Valkuilen bij het plannen:

  • te weinig plannen = te weinig studeren.
  • te veel plannen = te veel studeren. Als je gedurende langere tijd te veel uren studeert (bijvoorbeeld: 60 uren), put je jezelf uit. Het kan zijn dat je dan té perfectionistisch of overgemotiveerd bent. Ontspanning is geen tijdverlies.

Plan daarom bewust! 

Hoe moet ik plannen?

Plannen is niet af en toe eens een to do-lijstje opstellen. Plannen bestaat uit drie stappen:

STAP 1: Deadlines noteren op een maand- of jaaroverzicht

Hou zorgvuldig op een jaar- of maandkalender bij wanneer de deadlines van je taken en toetsen vallen. Dat overzicht moet ergens heel zichtbaar voor jou ophangen, zodat je een goed overzicht bewaart van de periodes waarin er veel deadlines te halen zijn.

STAP 2: Wekelijks een weekplanning opstellen van wat je wanneer wil doen

Elke zondagavond of maandagochtend begin je met een planning te maken van de week die eraan komt. Je houdt bij het opstellen van deze planning rekening met de deadlines die eraan komen. Kijk zeker ook eens naar de deadlines van de weken erna, want misschien staan er daar zoveel, dat je ze niet in die weken aankan. Denk hierbij aan het schema van Eisenhower.

Neem zeker ook gewoon het verwerken van de leerstof op in je planning, ook al is er geen eerdere deadline voor dit OPO dan het examen in de examenperiode.

Hou rekening met de volgende tips bij het opstellen van je weekplanning: 

  1. Je kan best 50 minuten werken en 10 minuten pauze nemen. En dan van vooraf aan: opnieuw 50 minuten werken, …..
  2. Wees concreet per uur. Splits je leerstof op in delen en noteer in je planning welke delen en bladzijde je wanneer zal bekijken/schematiseren/studeren.
  3. Zorg ervoor dat je planning haalbaar is, anders lijkt ze te zwaar en ga je uitstellen.
  4. Las niet te veel reservemomenten in, want dan zal je ook uitstellen.
  5. Zorg voor een beloning als je je aan de planning houdt.

STAP 3: Aan je planning houden

Een planning opstellen is één zaak, maar je moet je ook aan deze planning houden! Door uitstelgedrag of concentratieproblemen is dat niet altijd evident. Hier krijg je tips om uitstelgedrag of concentratieproblemen aan te pakken.