Werking van de eigen regie

De opleiding maakte een kritische analyse op basis van de MM DNA/kwaliteitskenmerken en de strategische prioriteiten van UCLL. Ze structureerde haar analyse met de MM DNA/kwaliteitskenmerken als leidraad. Een initiële SWOART-analyse werd gemaakt door de opleidingsverantwoordelijken en de opleidingspartner Kwaliteit. Alle lectoren kregen de kans om deze SWOART-analyse digitaal aan te vullen en per kwaliteitskenmerk organiseerde de opleiding een focusgroep met lectoren. Input van studenten werd enkel digitaal verzameld omwille van toen geldende corona-maatregelen. De opleiding stelde een dialoogcommissie samen waarin stakeholders uit het praktijkveld van de verschillende afstudeerrichtingen, externe partners met ervaring in het ontwikkelen en implementeren van onderwijsbeleid binnen een opleiding en een partner Onderwijs van een andere UCLL-opleiding zetelden. Het studentenperspectief werd ingevuld door een alumnus van de opleiding. De opleidingsverantwoordelijken, opleidingspartner Kwaliteit en partner Onderwijs en domeinverantwoordelijken (d.i. vertegenwoordigers van de afstudeerrichtingen) gingen in dialoog met de commissie. De bespreking met de dialoogcommissie gaf aanleiding tot een aantal aanbevelingen die werden verwerkt in het beleidsplan (bv. meer aandacht rond teamcultuur en interne communicatie binnen de prioriteit ‘gestroomlijnde interne werking’ en een extra beleidsprioriteit rond de kwantiteit van de uitstroom (stijgend aantal diploma’s).

Na de feedback van de dialoogcommissie, volgde nog een bespreking in het Programmateam Welzijn die een aantal aanbevelingen van de dialoogcommissie bevestigde. De opleiding gaf tijdens een digitale (o.w.v. corona) Algemene Opleidingsvergadering (AOV) ook nog alle medewerkers de kans om online, via padlets, feedback te geven en aanvullingen te suggereren. Op basis hiervan finaliseerde de opleidingsverantwoordelijken en de opleidingspartner Kwaliteit het beleidsplan. Het Directieteam valideerde het beleidsplan. In het finale beleidsplan zijn voor elk van de strategische prioriteiten van UCLL beleidsprioriteiten opgenomen. Om de toegankelijkheid van het beleidsplan voor personeelsleden en andere stakeholders te vergroten, maakte de opleiding een visual.

De opleiding koos voor het thema 'Evalueren in Balans'. Aangezien een nieuw curriculum werd geïmplementeerd, groeide de noodzaak om evaluatiebeleid en -praktijk opnieuw te evalueren en te ijken. De opleiding maakte een brede analyse van de evaluatieprakijken (o.a. ook rond valide en betrouwbaar evalueren) op basis van beschikbare data en documenten. De opleiding ging in dialoog met een expertenpanel dat werd samengesteld door dienst O&S en dienst Kwaliteit. Het panel bestond uit een mix van interne en externe experts met betrekking tot evalueren en een student van UCLL (van een andere opleiding). Het expertenpanel waardeerde de breedte van de analyse, maar raadde de opleiding aan om bij het expliciteren van de vervolgacties een focus te kiezen. De feedback van het panel werd ter beschikking gesteld voor alle medewerkers. Aangezien de POC op dat moment nog niet in zijn volle bevoegdheid functioneerde en de opleidingsverantwoordelijke enkel de lopende zaken behartigde, werden op dat moment echter geen concrete verbeteracties geformuleerd.

Ter voorbereiding maakte de opleiding een stand van zaken van het beleidsplan en van de opvolging van de afspraken van het vorige afrondende managementgesprek. De opleiding schaalde zich ook een eerste keer in in het groeimodel. Om tot de inschaling te komen, organiseerden de partner Studenten en opleidingspartner Kwaliteit een focusgroep met studenten om voor de voor hen relevante kenmerken input te krijgen rond de inschaling. Ook alle domeinverantwoordelijken maakten afzonderlijk een inschaling voor elk kwaliteitskenmerk. Op basis van deze input bereidde de opleidingspartner Kwaliteit een consensusgesprek over de inschaling voor. Tijdens het consensusgesprek met domeinverantwoordelijken, opleidingsverantwoordelijken, partners Studenten, Onderwijs en Kwaliteit werd de inschaling finaal bepaald. De documentatie voor de inschaling werd op basis van de aangegeven argumenten voor inschaling toegevoegd. Op basis van al deze input ging de opleiding in gesprek met de programmadirecteur Welzijn. De programmadirecteur stelde vast dat de specifieke context implicaties had op de mate waarin acties in het beleidsplan gerealiseerd werden en dat de opleiding voornamelijk een activiteiten (en soms reeds proces-)georiënteerde aanpak realiseert. De opleiding zal de komende periode werk moeten maken van het consolideren van een opleidingsvisie, expliciteren hoe de gemeenschappelijke stam, afstudeerrichtingen, leerlijnen en ontwikkellijnen zich tot elkaar verhouden en een toetsbeleid en -programma uitwerken. De programmadirecteur geeft aan dat de opleiding op basis van de vermelde focuspunten de prioriteiten voor de resterende beleidsperiode moet bepalen en het beleidsplan op basis hiervan moet aanpassen. De afspraken die tijdens het afstemmingsgesprek geformuleerd werden, werden bij aanstelling van de nieuwe opleidingsverantwoordelijke besproken en vertaald in een eerste actieplan voor academiejaar 2022-2023.

Ter voorbereiding van het managementgesprek werd het groeimodel opnieuw doorgenomen met de opleidingsverantwoordelijken en opleidingspartner Kwaliteit. Dit leidde – na een beperkt aantal maanden in functie – nog niet tot een fundamentele aanpassing van de inschalingen. Bij de stand van zaken van het beleidsplan werden al acties geschrapt of toegevoegd op basis van de besluiten van het afstemmingsgesprek en een SWOT-analyse geïnitieerd door de nieuwe opleidingsverantwoordelijken ter oriëntatie in hun nieuwe job. Alle voorbereidingsdocumenten voor het managementgesprek werden op een POC geagendeerd en op basis van deze feedback gefinaliseerd. De opleiding ging in gesprek met een managementcommissie waarin naast de eigen programmadirecteur, de programmadirecteur Lerarenopleiding, twee onafhankelijke externen en een alumnus van de opleiding zetelden. De commissie was van oordeel dat de opleiding in de toekomst kwaliteitsvol kan werken, maar stelde op het moment van het gesprek nog een te activiteitengeoriënteerde werking vast in het team. De commissie was daarom van oordeel dat de opleiding beroep kan doen op extra ondersteuning zodat op korte termijn stappen kunnen worden gezet naar een proces- of systeemgeoriënteerde aanpak en alle betrokkenen daarbij verantwoordelijkheid kunnen opnemen. Er werden o.a. specifieke afspraken geformuleerd rond het kiezen van een duidelijke focus voor de resterende beleidsperiode, het kiezen van een duidelijk structurerend element voor het curriculum en het expliciteren van doelstellingen rond personeelsbeleid. Dit besluit werd gevalideerd door het Directieteam. De communicatie over het besluit en de afspraken naar de medewerkers van de opleiding gebeurde door de programmadirecteur Welzijn tijdens de Algemene Opleidingsvergadering.

Naar aanleiding van het besluit na het managementgesprek kreeg de opleiding de opdracht om een concreet projectplan uit te werken om tegemoet te komen aan de aanbevelingen van de commissie. De opleiding krijgt tijdens het opstellen van het projectplan én tijdens de uitvoering ondersteuning vanuit de dienst Kwaliteit, dienst O&S en dienst HR. Een eerste aanzet van projectplan werd opgesteld door de opleidingsverantwoordelijke en de opleidingspartner Kwaliteit. Op basis van feedback door de eigen programmadirecteur, dienst Kwaliteit, dienst O&S en dienst HR werd dit herwerkt en vervolgens besproken op een POC. Dit leidde tot een herwerkt projectplan dat de opleidingsverantwoordelijke, opleidingspartner Kwaliteit en een POC-lid toelichtten aan de twee programmadirecteurs die aanwezig waren tijdens het managementgesprek, waarna het aangepast werd en gevalideerd werd door het Directieteam. Het projectplan legt de klemtoon op drie prioriteiten: (1) het samenhangend en gerationaliseerd curriculum is klaar voor implementatie (o.a. geactualiseerde opleidingsvisie, nieuwe basisstructuur voor het curriculum), (2) het opleidingsteam is gedynamiseerd (o.a. functioneringsgesprekken, interne communicatie, …), (3), de realisatie van de opleiding is de verantwoordelijkheid van lectoren en studenten (o.a. werking POC, studentenparticipatie, …). Daarnaast is er een vierde prioriteit waarin een aantal doelstellingen uit het oorspronkelijke beleidsplan worden hernomen. Sinds goedkeuring ging de opleiding verder aan de slag met de uitwerking van de concrete acties en de uitvoering van het projectplan. Alle medewerkers werden via de Algemene Opleidingsvergadering op de hoogte gehouden van de stand van zaken van de opmaak van het projectplan en zullen tijdens de Opleidingsvergadering van eind januari concreter betrokken worden in de verdere uitwerking van de acties. Een eerste opvolging van het projectplan met de eigen programmadirecteur vindt plaats op 1 februari 2024.

Er werd een kernteam samengesteld bestaande uit de opleidingsverantwoordelijken en de opleidingspartner Kwaliteit en partner Onderwijs voor de voorbereiding van het gesprek met de dialoogcommissie. Als input voor het reflectiedocument voerde de opleiding een SWOT-analyse uit met alle lectoren van de opleiding over campussen heen, op basis van de twee referentiekaders (strategische prioriteiten en MM DNA/kwaliteitskenmerken). Deze input en de resultaten van het afrondend managementgesprek vormde de basis voor het zelfreflectiedocument (gestructureerd volgens de strategische prioriteiten) dat aan de dialoogcommissie werd bezorgd. Op basis van de kansen en ambities uit de SWOT-analyse werden beleidsprioriteiten opgesteld via verschillende oefeningen met de POC en na aftoetsing met studenten. De opleiding stelde een dialoogcommissie samen waarin het werkveld van beide afstudeerrichtingen vertegenwoordigd is, twee onderwijskundigen en een student die beide afstudeerrichtingen op de twee campussen volgde. De opleiding ging in gesprek met de dialoogcommissie die feedback gaf op basis van het reflectiedocument en het voorstel van beleidsprioriteiten. De opleiding maakte op basis van deze feedback nog een aantal kleine wijzigingen aan het beleidsplan (bv. er werd een actie toegevoegd rond het delen van good practices rond hybride leren).

Op basis van een bespreking in het Programmateam Gezondheid finaliseerde de opleiding het beleidsplan. Op basis van de feedback werd voornamelijk de formulering van de doelstellingen meer resultaatgericht gemaakt en werden concretere indicatoren toegevoegd. Het Directieteam valideerde het beleidsplan. Het finale beleidsplan bevat vier grote beleidsprioriteiten met onderliggende doelstellingen en acties die allen aansluiten bij een of meerdere van de vier strategische prioriteiten van de hogeschool. Het is een campusoverstijgend beleidsplan waarvan de uitvoering en de timing van individuele acties kunnen verschillen per campus. Voor de verschillende doelstellingen werden concrete en ambitieuze indicatoren geformuleerd die aansluiten bij de bestaande scores uit verschillende bevragingen (o.a. opleidingsbevraging, PASAF, …). Deze meetbare indicatoren worden tijdens de beleidscyclus opgevolgd.

De opleiding startte in 2018-2019 met de graduele invoering van een nieuw gemeenschappelijk curriculum over beide campussen. Met de invoering van een nieuw curriculum kwam de vraag naar een nieuw evaluatieplan. Betrouwbare en valide evaluatie van praktijkvaardigheden werd dan ook opgenomen als doelstelling in het beleidsplan van de opleiding. Als focus voor de thematische kwaliteitsbewaking koos de opleiding dan ook het thema 'Evalueren in balans'. Ze wou nagaan in welke mate de vooropgestelde evaluatiedoelstellingen binnen het nieuwe curriculum bereikt werden. Hiertoe werden de bestaande evaluatiepraktijken opnieuw in kaart gebracht via een inventarisatie van alle huidige evaluatie-activiteiten in een evaluatiematrix. Voor het opstellen van die evaluatiematrices voor beide campussen werd een uitgebreide vragenlijst voor lectoren opgesteld die gebaseerd is op het kader van ‘Evalueren in balans’ dat ontwikkeld werd binnen de hogeschool. De opleiding besteedde o.a. extra aandacht aan het realiseren van het beoogd eindniveau door na te gaan of alle opleidingsspecifieke leerresultaten (OLRs) met bijhorende indicatoren geëvalueerd worden op niveau 6 van de Vlaamse Kwalificatiestructuur. Op basis van al deze informatie ging de opleiding in dialoog met een expertenpanel dat werd samengesteld door dienst O&S en dienst Kwaliteit. Het panel bestond uit een mix van interne en externe experts met betrekking tot evalueren en een student van UCLL (van een andere opleiding). Het expertenpanel waardeerde dat de opleiding evaluatie breed in beeld bracht en ook reeds concrete acties vooropstelde. Op basis van de analyse en de feedback van het expertenpanel stelde de opleiding een nieuw evaluatieplan op.

Ter voorbereiding van het afstemmingsgesprek maakte de opleiding een stand van zaken van het beleidsplan en van de afspraken van het afrondende managementgesprek op. De opleiding schaalde zich ook een eerste keer in in het groeimodel. Een aanzet voor inschaling (inclusief argumentatie) werd voorbereid door de opleidingsverantwoordelijken en de opleidingspartner Kwaliteit en partner Onderwijs. Dit voorstel werd besproken tijdens een POC en op basis van deze bespreking aangepast. De opleiding ging over al deze informatie in gesprek met de programmadirecteur Gezondheid. De conclusie was dat de opleiding al op veel vlakken een systeemgeoriënteerde aanpak realiseert. De programmadirecteur herkent de systematische werking en het betrekken van alle belanghebbenden. Op basis van de analyse van het groeimodel en het afstemmingsgesprek werd afgesproken om de bestaande werking te continueren (o.a. blijvende alertheid rond studierendement). Daarnaast werden een beperkt aantal acties en doelstellingen gedefinieerd die reeds werden opgenomen in het beleidsplan, maar extra aandacht vereisen.

De opleiding maakte ter voorbereiding van het managementgesprek een nieuwe stand van zaken van het beleidsplan en een stand van zaken van de afspraken na het afstemmingsgesprek. Ook de inschaling in het groeimodel werd opnieuw kritisch bekeken, maar niet gewijzigd. Er werd beslist om de extra acties die geformuleerd werden naar aanleiding van de ambities in het groeimodel op te nemen als apart tabblad in het beleidsplan. De gehele voorbereiding werd afgestemd met de POC voor deze bezorgd werd aan de managementcommissie. De opleiding ging in gesprek met een managementcommissie waarin naast de eigen programmadirecteur, de programmadirecteur Management, twee onafhankelijke externen en een alumnus zetelden. De commissie stelt vast dat de opleiding de afspraken van het afstemmingsgesprek systematisch oppakt. De opleiding neemt het beleid ter harte en heeft veel werk verzet. Ze realiseert reeds een systeemgeoriënteerde aanpak voor de meeste MM DNA/kwaliteitskenmerken. De managementcommissie formuleerde het besluit dat ze er vertrouwen in heeft dat de opleiding voldoet aan de voorwaarden om kwaliteitsvol te werken voor elk van de onderwerpen of in staat is verder te groeien in kwaliteitsvol werken op basis van de bestaande plannen. Dit besluit werd gevalideerd door het Directieteam. De opleiding gaat zelf aan de slag met de geformuleerde afspraken om de kwaliteitsvolle werking nog verder te optimaliseren.