Lager Onderwijs Diepenbeek

Je oefent je eigen schriftelijke taalvaardigheid om ze in te zetten in je bacheloropleiding. In dit opleidingsonderdeel leer je zo strategiegericht werken aan begrijpend lezen en verbeter je je schrijfvaardigheid. Daarnaast krijg je alvast een opfrissing in het nadenken over woorden en zinnen.
 

In dit opleidingsonderdeel komen de wiskundige inhouden van de lagere school aan bod, waarbij we extra aandacht besteden aan het expliciteren van je redenering.
 

In dialoog met het christelijk verhaal en de andere verhalen ontwikkel je een taal om stil te staan en in communicatie te gaan over existentiële en levensbeschouwelijke vragen.
 

Je bestudeert duurzaamheidsvraagstukken met een grote relevantie voor de planeet, mensen en welvaart. Daarbij ontwikkel je onderzoeksvaardigheden die van belang zijn voor je bacheloropleiding.
 

Je gaat aan de slag met denkkaders rond goed onderwijs. Je geeft invulling aan de taak van de (wereld)leerkracht in deze veranderende samenleving, met de nodige aandacht voor de onderwijsactualiteit. Je kijkt naar de ontwikkeling van kinderen van peuter tot adolescent. Je zet de eerste stappen in het ontwerpen van krachtige lessen om te gebruiken in de lagere school. 
 

Je doet kennis op over de aarde in de ruimte, over weer en klimaat, over landschappen, over fysische verschijnselen, over biologische basisbegrippen zoals evolutie, planten, schimmels, dieren en ecologie, maar ook over de belangrijkste geschiedkundige evoluties op politiek, sociaaleconomisch, religieus en cultureel vlak. 
 

Je oefent je eigen leesvaardigheid, met behulp van leesstrategieën, en leert hoe je kinderen begeleidt in het leren lezen. Leesplezier, technisch en begrijpend lezen komen daarbij aan bod. Je krijgt ook inzicht in woordenschatontwikkeling en vergroot je literaire competentie.
 

Je leert wiskundige, didactische principes inzetten om leerlijnen meetkunde en cijferalgoritmes te vertalen naar activiteiten in de lagere school.
 

Wie we zelf zijn als mens is van grote invloed op de kinderen die we begeleiden. Daarom zijn zelfbewustzijn, zelfregulering,  sociaal bewustzijn, relatievaardigheden en het vermogen om weloverwogen beslissingen te nemen levensvaardigheden die in de rugzak van elke leerkracht horen te zitten. In dit opleidingsonderdeel helpen we je op weg om jezelf beter te leren kennen en veerkrachtig te reageren. Je treedt op een warme wijze in relatie met jezelf en anderen. Je neemt verantwoordelijkheid op voor jezelf en voor anderen. Je neemt initiatief en ontwikkelt een onderzoekende en creatieve houding.
 

Je doet kennis op over de aarde in de ruimte, over weer en klimaat, over landschappen, over fysische verschijnselen, over biologische basisbegrippen zoals evolutie, planten, schimmels, dieren en ecologie, maar ook over de belangrijkste geschiedkundige evoluties op politiek, sociaaleconomisch, religieus en cultureel vlak. 
 

Je frist basiswoordenschat en basisgrammatica op, en zet die in in betekenisvolle contexten zoals onderwijssituaties en vrije tijd. We gaan ook in op lesgeven in het Frans, Franse literatuur en de cultuur en samenleving van de francofonie.
 

Je maakt kennis met verschillende kunsttalen en muzische activiteiten. Je leert muzische activiteiten analyseren met aandacht voor beschouwen en creëren, creativiteit, kunst, bouwstenen en werkvormen. 
Je ontwerpt zelf muzische activiteiten, op basis van een muzisch didactisch kader met aandacht voor bouwstenen en werkvormen. Daarbij werk je met een inspiratiebron, vanuit je eigen muzische grondhouding.
 

We gaan samen met jou op zoek naar je eigen kwaliteiten als persoon, naar de basishouding en de rol van een goede leraar. Hierbij maken we de verbinding tussen de theorie en de praktijk. Zelfreflectie, het aansturen van het eigen leren en dat van anderen zijn belangrijke klemtonen in je leergemeenschap op de hogeschool, in het werkveld en in je eigen stageschool.
 

Je werkt aan je Nederlandse taalcompetenties als leraar: schrijfvaardigheid en spelling. Daarnaast creëer je een krachtige taalleeromgeving rond die schrijven en spelling voor je leerlingen in de lagere school.

Je zal onder meer een les Frans voorbereiden en geven in je stageschool, met inbegrip van doel- en taalgericht inzetten van spelvormen, liedjes, prentenboeken, ...

Je gaat aan de slag met fysische verschijnselen en technische systemen zoals aggregatietoestanden, geluid, licht, magnetisme, elektriciteit, energie, krachten, overbrengingen, constructies, biochemie, ecosystemen, landschappen en geografische streken, en de belangrijkste evoluties op politiek, sociaaleconomisch, religieus en cultureel vlak van Oudste Tijden tot Nieuwe Tijd.

Je leert in dit opleidingsonderdeel het  wiskundig didactische kader inzetten om activiteiten in de lagere school te realiseren in verband met getallenkennis en hoofdrekenen. Daarbij gebruik je leerlijnen voor de lagere school en zal je ook inzetten op een gedifferentieerd aanbod.

We kijken naar wat zich aandient in de directe omgeving. Vanuit exploratie buiten de klasmuren leren we ontwikkelingsprocessen bij kinderen in gang zetten op vlak van sociale vaardigheden, multiperspectiviteit, interculturele competenties, ... Je ontwikkelt een leerwandeling en bijhorend lessenpakket in een klas van de derde graad.

Naast aan je eigen mondige taalvaardigheid, werk je in dit opleidingsonderdeel ook aan die van je leerlingen. Je ontwerpt activiteiten waarin zij op een krachtige manier hun luister- en spreekvaardigheid oefenen. Daarnaast verdiep je je in taalbeschouwelijke onderwerpen en kinderliteratuur en leer je ze doelgericht inzetten in de lagere school.

In dit opleidingsonderdeel zet je het wiskundig didactische kader in om metend rekenen en probleemoplossend denken te vertalen naar activiteiten voor de lagere school. Dat gebeurt op basis van leerlijnen voor de lagere school en met de nodige aandacht voor differentiatie.

Je verdiept je verder in muzische werkvormen en vertaalt die naar doelgerichte lessen muzische vorming.

Op een ervaringsgerichte manier leer je een goed beeld verwerven van een (stage)klas inzake welbevinden, betrokkenheid, competenties en prestaties, en je ontwikkelt doelgerichte leertrajecten om tegemoet te komen aan ontwikkelingsnoden van kinderen.

Tijdens het eerste semester (in school 1) loop je stage in het 2de leerjaar of de 2de graad. Tijdens het tweede semester (in school 2) sta je in de 3de graad. Hier groei je in je leerkracht zijn op basis van een brede beeldvorming en op basis van de verschillende reflectiekaders, en de vakdidactische en inhoudelijke kaders van de opleiding.

Je kiest één van deze drie opleidingsonderdelen:

• Rooms-katholieke godsdienst:  samen kijken we naar eigentijdse visies op goed en zinvol godsdienstonderwijs, het leerplan en werkplan RKG, handleidingen, godsbeelden, Jezus(beelden), de Bijbel, stiltebeleving, gebed, rituelen, feesten, ethiek, ...
• Niet-confessionele zedenleer:  aan bod komen onderwerpen als diversiteit in de klas, waarden verhelderen, vrijzinnig humanisme en didactiek. We betrekken bij elke les ook de actualiteit.
• Islamitische godsdienst: je bestudeert koranteksten die relevant zijn het voor lager onderwijs, en vertaalt die teksten/verhalen naar de leefwereld van de leerlingen. Je maakt kennis met het leerplan islamitische godsdienst en verkent verschillende islamitische lesmaterialen en activerende werkvormen.

We verdiepen ons in Nederlands als eerste taal én Nederlands als tweede taal, meertaligheid, vreemdetaalinitiatie, ... om te komen tot taalbeleid op klas- en schoolniveau in functie van zorg en gelijke onderwijskansen.

Je onderzoekt mogelijke thema's zoals armoede, migratie, ongelijkheid, milieuschade, democratie, mensenrechten, globalisering, diversiteit en interculturaliteit, ... Je staat stil bij de complexiteit van een selectie van deze thema's, maar ook bij je eigen kijk erop, en je eigen mens- en wereldbeeld. Je slaagt erin om je eigen visie op een onderbouwde en inspirerende manier te verwoorden naar anderen.

We gaan dieper in op verschillende opvoedingsprojecten (van de koepels en de onderwijsnetten, met bijzondere aandacht voor het concept van de katholieke dialoogschool) en het onderliggende mens- en wereldbeeld, en de eigen levensbeschouwelijke overtuiging in verhouding tot de onderwijsvisie van de school.

We kijken hoe we zorg kunnen waarmaken op kind-, klas- en schoolniveau. Aan bod komen zorgbreed werken, diversiteit en differentiatie, handelingsgericht werken, ouderbetrokkenheid, teamwerking, ...

Je zet een praktijkonderzoek op op basis van je eigen interesses en noden. Het doel is om samen met anderen in groepswerk tot innovatie te komen in het onderwijs en de ontwikkeling van alle kinderen in je stagecontext te stimuleren.

De stage van het eerste semester vindt plaats in het eerste leerjaar en de stage in het tweede semester vindt plaats in de derde graad. Daarbij staat jouw leerproces centraal op vlak van verdieping en integratie in het ontwikkelen van een krachtige leeromgeving gericht op zorg voor elk kind.